Kopafbeelding

Google                                                                 
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Referentieniveaus Gebruiken:

meten en meetkunde

C  Gebruiken, Meten, Rekenen in de meetkunde

 

 

1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-streef

Functioneel gebruiken

Functioneel gebruiken

Functioneel gebruiken

  • 45 Veel voorkomende maateenheden omrekenen

In toepassingssituaties eenvoudige berekeningen kunnen maken en veel voorkomende maten kunnen omrekenen, ook met samengestelde grootheden. Geld kunnen inwisselen en gepast betalen.

  • Lengte/Omtrek
    - Hoeveel stukjes van 25 cm kun je knippen uit een touw van 1 meter?
    - Een touw kost 2 euro per meter. Hoeveel betaal je voor 300 centimeter?
  • Inhoud
    - Je hebt 4 liter melk. Hoeveel bekers van 200 ml kun je daarmee vullen?
  • Gewicht
    - Op de bagagedrager van de fiets staat ‘maximaal draagvermogen 25 kg’. Kun je dan een zak aardappels van 5000 gram meenemen op de fiets?
  • Tijd
    - Gäby fietst in 2 uur precies 32 km. Hoeveel kilometer fietst ze dan ongeveer in een uur en hoeveel in een kwartier?
    - Wachten op de trein. (Uit: Rekenrijk) Beschrijving: TD_RRn_5a03
  • Geld
    - Mette koopt een computerspelletje van 44,50 euro.
    Hoe kan ze dat gepast betalen met zo weinig mogelijk munten?
    Ze betaalt met een briefje van 50 euro. Welke munten/briefjes kan ze terugkrijgen? Weet je meer manieren?
    - Bedragen samenstellen. (Uit: Pluspunt)
    Beschrijving: Gld_PP_6a2

In toepassingssituaties berekeningen kunnen maken en veel voorkomende maten kunnen omrekenen, ook met samengestelde grootheden. Geld kunnen inwisselen en gepast betalen.

  • Lengte/omtrek
    - Je gaat meedoen aan een zwemvierdaagse. Elke avond wil je een halve kilometer zwemmen om te oefenen.
    Hoeveel baantjes van 25 m zijn dat?
  • Oppervlakte
    - We leggen tegels van de voordeur naar de straat.
    Dat pad is 1 meter breed en 12 meter lang. We hebben tegels van 50 cm bij 50 cm. Hoeveel tegels hebben we dan nodig? Kun je een tekening maken?
  • Inhoud
    - Hoeveel glazen van 125 ml kun je schenken uit een fles met 1 liter wijn?
  • Gewicht
    - De kaas kost € 7,98 per kg. Hoeveel moet je dan ongeveer betalen voor 250 gram?
  • Tijd
    - Hoe oud geworden? (Uit: Pluspunt)
    Beschrijving: TD_PP_8a04
    - Treintijden en wachttijden. (Uit: Alles telt)
    Beschrijving: TD_AT_6b01
  • Geld

    - Bedenk drie manieren om de munten uit het vak in te wisselen voor andere munten.
    - Bedenk drie manieren om de briefjes/munten uit het andere vak in te wisselen voor andere briefjes en munten.